Vandaag zijn Jantine en ik te gast op Molen de Ster te Utrecht. De aanwezige molenaar is Piet van Os, verder zijn ook de volgende personen aanwezig geweest Janneke, Joos en Rob en zei hebben zich voornamelijk bezig gehouden met het zagen. Daarnaast liep er ook een rondleider om bezoeker te vertellen over de molen.
Het weersvooruitzicht is als volgt: Vrijdag is het in het hele land bewolkt en regent af en toe. Geleidelijk wordt het in de avond vanuit het zuidwesten droog. De wind is zuid tot zuidoost en matig, kracht 3 tot 4, aan de kust en op het IJsselmeer vrij krachtig tot krachtig, 5 of 6. In de avond en nacht klaart het van het zuidwesten uit op, maar vooral in de kustgebieden is er nog kans op buien. Het minimum komt uit op een graad of 15. In de nacht gaat de wind iets toenemen. Zaterdag is het wisselend bewolkt en met name in de kustgebieden kunnen enkele buien vallen. Naarmate de dag vordert neemt landinwaarts de kans op een buitje af. 's Middags wordt het zo'n 21 graden. De zuidelijke wind is meest matig en aan de kust en op het IJsselmeer krachtig of hard. 3 tot 4 Bft.
zie ook plaatje met de prognose.

We starten met bedrijfsklaar maken, daarna Gaan we zagen. Er licht al een balk Robina op de zaag slede. (Met de robinia of valse acacia wordt in Nederland en Vlaanderen Robinia pseudoacacia bedoeld. Robinia wordt als parkboom veel in steden aangeplant, omdat deze plant niet alleen als een mooie verschijning met mooie bloemen wordt gezien, maar ook goed tegen vervuiling is bestand. Als productieboom levert hij hardhout van duurzaamheidklasse 1, met een zeer hoge weerstand tegen aantasting door insecten en rot.Ter info: Ik heb nog geen enkele robina gezien zonder rotte binnenkant) De opdracht voor deze balk is om er planken van een duim (stichtse duim) dikte uit te zagen. Terwijl dat gebeurt wordt er uit het water een Iep gehaald en hier van moet bepaald worden hoe er mee gezaagd gaat worden en hoe de boom op de zaagslede moet komen. We beginnen met het bedrijfsklaar maken en laten draaien van de molen. We kijken of het krabbelwerk vrijstaat, dan gaan we naar de stelling en maken we de roekettingen en de bliksemafleider los. We gaan naar de kapzolder en smeren het halslager, penlager en de bronzen tegel. Omdat De koningspil uit het werk staat moeten we deze eerst in het werk zetten. Dit is tevens de aandrijving van de zaag. Alleen bij matig wind wordt de koning uit het werk gehaald, dan kan de molen echt onbelast toch voor de Prins draaien.
Na de koffie gaan we zagen, maar om hiermee te kunnen beginnen moeten we eerst de zagen instellen. Hiervoor moet het zaagraam stilstaan en daarvoor moeten we de molen vangen. Maar het vangen alleen is niet voldoende ook het zaagraam moet goed staan om de zagen te kunnen verwisselen. Of het zaagraam goed staat kun je niet aan de stand van de wieken zien, je moet dus binnen kijken of dit goed staat, daarvoor moet je minimaal met zijn tweeën zijn. Als de zaag in de goede stand staat kunnen we de zagen instellen. Piet zoekt de zagen uit en de afstandsbokken en samen met Jantine en Janneke stellen zij boven de zaak in. Ik ga met Rob in het kot en wij zorgen voor het instellen van de zaag bladen aan de onderkant. De zagen liggen niet allemaal op de zelfde hoogte de eerste en de laatste zaag liggen altijd voor de dan volgende twee zagen die ernaast liggen en dit gaat zo door tot alle zagen in een soort ovaal liggen. Dit heeft te maken met het eindigen van het te zagen hout als de buitesten zagen als eerste door het hout zijn, kan dit geen belemmering meer zijn voor de andere zagen. De reden van het (een klein beetje) schuin naar voren staan van de zagen is dat alle tanden van de zaag moeten meewerken aan het houtverspanen. Wanneer de zagen recht door het hout zouden gaan dan verrichten de tanden (of de tand) die het meest naar voren staan (of staat) al het werk. Met de spansleutels worden de zagen in het zaagraam opgespannen. De sleutel van het bovenspanhoofd (de bovenkant van het zaagraam) wordt opgewigd met een ijzeren wig. Vervolgens wordt de sleutel met behulp van het excentriek als het ware "omhoog" gedraaid, waardoor de zagen op gelijke spanning worden gezet. Bij verschillende spanningen kunnen de zagen gaan "lopen" wat betekent dat er niet recht wordt gezaagd.Nu kunnen we de vang weer lichten omdat we aan het zaagraam niets meer hoeven te doen. Als de molen weer draait moet de te zagen balk nog goed ingespannen worden op de zaagslede. De balk ligt al op de losse dwarsbalken (schotels) die op de leiers liggen. Op deze schotels liggen plankjes om de balk te ondersteunen. Omdat deze balk al is gekantrecht heeft deze een vlakke onderzijde. Nu gaan we de balk vastzetten, dit doen we door balkijzers in de pollen te steken en vervolgen vulhout en wiggen onder de balkijzers te steken. Dan worden de balkijzers met een wurgtouw vastgezet. Als alle wurgtouwen vastzitten worden de wiggen onder de balkijzers nog aangeslagen om de spanning zo hoog mogelijk te krijgen. Nu kan het zagen dan beginnen. De zaagslede wordt eerst een stuk richting zaag geschoven door aan het krabbelrad te draaien. Als de balk dicht genoeg bij is wordt het krabbelrad bijgezet door het touw te lossen wat de krabbelarm en krabbelaar van het krabbelrad weghouden. Dan doet de wind het werk. Janneke, Jantine en ik houden ons nu bezig met het zagen, waarbij we op de volgende zaken moeten letten. De snelheid mag niet te laag worden, als dit zo is wordt het krabbelwerk gestopt. Ook moeten zorgen dat het gezagen gedeelte zo snel mogelijk wordt ondersteund door een schotel onder het gezagen deel te plaatsen, ook een balkijzer, wiggen en wurgtouw moeten worden aangebracht. Daarnaast wordt een touw om de gezaagde delen geknoopt om dit bij elkaar te houden. Steeds word aan de te zagen kant de verankering weggehaald en aan de andere zijde weer aangebracht. Zo wordt deze balk in een aantal uren gezaagd tot planken. Intussen wordt alweer voorbereidend werk gedaan voor het volgende zaag werk. In het water waaraan de molen grenst liggen al stammen van verschillende boomsoorten te wachten op hun zaagbeurt. Dit wachten noemt men wateren. Het (het nut) wateren van hout is een verhaal op zich waarbij de opvattingen ook nog eens niet eensluidend zijn. Zeker voor wat de verschillende houtsoorten aangaat. Anders dan nu kwam het hout vroeger altijd via het water in de vorm van vlotten naar de molen. Voordat er gezaagd werd lag het hout in het water (de balkhaven) geparkeerd als voorraad nog te zagen stammen. Door het uitspoelen van voedingsstoffen wordt het hout minder interessant voor houtvernielers (de schimmels etc.). Hout neemt de vochtigheid van z'n omgeving aan. Maar door het kwijtraken de m.n. de hygroscopische suikers zou dat minder worden. Het hout werkt dan minder. Verder hebben we dan nog de interne spanningen in het hout (denk daarbij aan het reactiehout dat gevormd wordt bij de aanhechting van de stammen aan de stam) die ook zouden verminderen door het wateren. Tot zover het algemene verhaal. Over het nut van het wateren voor de diverse houtsoorten bestaat voor een aantal houtsoorten verschil van mening. Voor b.v. iep en eik is het oordeel wel weer eensluidend: zeker wateren. Droogrot treedt op door een schimmelvorming die het hout in korte tijd vernietigt tot een poreuze, sponzige massa. Dit gebrek werd al vroeg opgemerkt. Een zeer oude tegenmaatregel was het wateren. Wanneer er bij waterend hout maar geen zuurstof kan komen dan blijft het hout goed. Ook bij heel langdurig wateren. Zo is er het verhaal van iepen stammen (bij een bezemfabiek) die in de oorlog voor de Duitsers verborgen waren en na de oorlog vergeten waren en pas na tien jaar weer boven water kwamen: eersteklas hout. Gebruikelijk was zo'n periode van tien jaar niet. Een jaar wateren is genoeg. Meer kan geen kwaad maar levert de houthandelaar alleen maar renteverlies op.
Sommige houtsoorten zijn beter bestand tegen houtvernielers dan anderen. Eik (en ook Robinia) bevat relatief veel looizuur. Pas dan werd er gezaagd en gedroogd. Verder zorgt het wateren er voor dat de hout als het eenmaal is gezaagd en echt wordt gebruikt minder gaat "werken". Piet en Joos zoeken een stam uit welke vervolgens los gemaakt moet worden omdat alle stammen door middel van krammen aan een ketting vast aan elkaar zitten om wegdrijven te voorkomen. Hiervoor moet Piet het water in. Daarvoor trekt hij eerst zijn lieslaarzen aan, om vervolgens de krammen uit de gekozen stam te halen, zodat deze dan door de winderij naar binnen getrokken kan worden.
Foto’s zijn geplaatst op http://picasaweb.google.nl/Nederlandse.molens/DeSterUtrecht#
Ps. Een aantal Italic teksten zijn door de molenaar aangepast, deze wetenschap komt dus van hem. Bedankt Piet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten