maandag 27 oktober 2008

Verslag No. 45 van de leerling op de “Doesburger Molen”

Dit is alweer mijn 45e dag als leerling molenaar. Vandaag ben ik als leerling op de Doesburgermolen in Ede. Aanwezig zijn Jan Smit (molenaar) en later komt ook Aalf Wijnia (molenaar) en ikzelf.
De Doesburgermolen is een standerdmolen en in dit geval de oudste standerdmolen van Nederland. Later meer detail over de molen. Eerst de weersverwachting voor zaterdag 25 oktober ’08. Zaterdag begint het op veel plaatsen grijs, maar in de loop van de ochtend breekt de zon door en loopt de temperatuur op tot een graad of 13. De wind blijft zuidwest en neemt toe tot matig, kracht 3 tot 4 en aan de kust tot vrij krachtig, 5. In de avond neemt de wind aan de kust verder toe naar krachtig tot hard, 6 of 7. zie ook plaatje met de prognose.

















Ik had afgesproken met Aalf dat ik ca. 10.00 uur aanwezig zou zijn. Bij aankomst was Jan al bezig met het opzeilen. Terwijl we elkaar voorstellen en wat verhalen uitwisselden over mijn opleidingstraject en de Doesburgermolen, staan er ook al vier bezoekers voor de deur. Dit zijn geen gewone bezoeker, nee het zijn molenaars en leerlingen uit Friesland. Ze komen uit de buurt van Bolsward en hadden een molentochtje uitgezet waarbij de Doesburgermolen een van de molens is om te bezoeken. In Friesland staan geen standerdmolens. De heren hadden geen bericht gegeven van hun komst en hebben in ieder geval geluk dat er iemand aanwezig is op de Doesburger. Eerst wordt er wat gesproken en daarna begint Jan bij de voet als de heren hier klaar zijn gaan ze naar het kruiwerk. Een ieder dus ook ik mag even proberen te kruien. Tot mijn verbazing gaat dit nog redelijk licht, in acht genomen dat we hier praten over een standerdkast met gevlucht van ongeveer 40 ton. Dan gaan de heren de trap op om binnen de boel te bekijken. Ik spreek met Jan af dat ik verder ga met opzeilen. Jan had al twee zeilen voorliggen op een roede. De borden waren nog niet gemonteerd. Ik begin met het volgende end om het zeil voor te leggen. Net zoals Jan maak ik er hele zeilen van , omdat er nauwelijks wind is. Ook het tegenoverliggende end voorzie ik van zeil en dan ga ik alle borden plaatsen. Ik moet nog even wennen aan de vangen en moet ook goed zoeken naar de nummering van de borden en de aanduiding op de roede. Als dit alles gebeurd is zet ik de molen in beweging. Hij begint te draaien maar van harte gaat het niet. Soms gaat hij ook gewoon stil staan. De hele dag zal ik foto’s maken en deze zijn terug te vinden op
http://picasaweb.google.nl/Nederlandse.molens/Doesburgermolen2008#
Ik sluit me aan bij de groep die nog steeds door Jan wordt rondgeleid. Ook ik steek natuurlijk weer zaken op die ik nog niet wist. Nu eerst wat detail over de Doesburger molen. De Doesburgermolen is de oudste standerdmolen van Nederland. Het oudste onderdeel van de molen, de standerd, is met behulp van jaarringenonderzoek gedateerd op ca. 1620; althans is de boom waarvan de standerd gemaakt is omstreeks dat jaar geveld.
De molen is voor het laatst grondig gerestaureerd in 1968/69. Op dit moment verkeerd de molen eigenlijk in goede conditie echter het schilderwerk, met name het gevlucht moet nodig geschilderd worden. Het hekwerk is groen van de aanslag. Het hekwerk werd in de beits gezet. Naar mijn mening en ervaring zou lijnolie hier wonderen kunnen verrichten. Dit moet wel gebeuren als het hekwerk goed droog is en eerst is schoongemaakt.

Er is een website http://www.doesburgermolen.nl/
Helaas is deze website niet af alhoewel deze al in mei 2007 is gemaakt.

Dan is er nog een zaak waar ik nog niet geheel uit ben. In het boekje over de Doesburgermolen wordt op blz . 16/17 de tekening weergegeven met de beschrijving.
In het plaatje staat een balk getekend die onder de Windpeluw ligt.
Deze balk heet in het boekje de burgemeester. In alle andere literatuur die ik vinden kan evenals in de opleidingsmap (hoofdstuk 5.1.2c het stormbint) heet deze balk de Tempelbalk. Wat is waar??


Technische gegevens
Type: standerdmolen (gesloten)
Functie: korenmolen
Inrichting : 2 koppel maalstenen
Specificaties: Maalstenen achtermolen: koppel 14er blauwe stenen
Maalstenen voormolen: koppel 16er kunststenen met regulateur
Luiwerk: kammenluiwerk
Vlucht: 22,70 m.
Wieksysteem: Oudhollands
Binnenroede: Buitenroede: 22,70 m., hout, borstroede, 22,70 m., hout, borstroede
As: Hout, met gietijzeren insteekkop fabr. Smulders uit Utrecht
Vang: Vlaamse blokvang, binnenwipstok
Bovenwiel of aswiel: Voor voormolen: 66 kammen, steek 12 cm., voor achtermolen: 66 kammen, steek 12,5 cm
Overige molen- of aandrijfwielen: Schijfloop voormolen: 11 staven, Schijfloop achtermolen: 12 staven
Varkenswiel: 19 kammen
Overbrengingsverhoudingen: Voormolen: 1:6; achtermolen:1:5,5
Kruiwerk: Zetel kruiwerk, windkoppel
Rijksmonument nummer : 14478
Ten Bruggecate nummer : 856
Nu weer na de dagelijkse praktijk. De molen draait en de wind neemt wat toe maar niet in die mate die de weerkundige voorspelt hadden. Aalf is inmiddels ook gekomen en gaat ervan uit dat we wellicht nog malen kunnen. Eerst gaan we nog kruien, hiervoor worden de loopschoren op kruibank gelegd, de kruiketting wordt omgelegd omdat we krimpend moeten kruien. Ook de bezet ketting moet los. Ik krui de molen tot deze op Zuidwest staat. Dan leg ik de kruiketting weer naar rechts en zet een loopschoor uit. Later hoor ik van Aalf dat het beter is om beide loopschoren uit te zetten en de bezetketting ook aan te brengen. (leer moment) Dan is het tijd om een boterham te eten en koffie te drinken want dat hebben we nog niet gedaan. Na de boterham denkt Aalf dat we kunnen malen. Deze molen heeft een overbrenging van 1 op 6 in tegenstelling tot de nieuwe molen met 1 op 7,8 is dat wel een verschil en met minder wind kan er gemalen worden. Omdat ze op deze molen alleen diervoeders malen, hoeft men hier niet aan de hygiëne code te voldoen en dat is de reden dat het kaar en de schuddebak nog vol zitten. Wel netjes afgedekt. De molen wordt stil gezet en de steen wordt in het werk gezet. Dit is een direct aandrijving op het bovenwiel. Als de als in de ijzerbalk is gestopt en met pokhout is geborgd kan het malen beginnen. Aalf moet nog wel wat afstellen aan de schuddebak maar dan begint het malen de molen draait rustig. Jan en ik zijn nog bezig onderdelen van de molen te bekijken . Zo wil ik in de hel kijken en Jan legt me uit dat daar ook een toegang is om de zetel te smeren. De zetel wordt gesmeerd met gesmolten reuzel. Omdat we er nu toch zijn doet Jan dit direct. Als de molen gekruid word, dan wordt de reuzel weer verdeeld over de zetel. Na enige tijd malen valt de wind weg en besluiten we te stoppen met malen. Het is ook alweer tijd om koffie te drinken. Aalf houd het voor gezien en Jan en ik moeten het verder samen doen. De molen draait rustig en er zijn heel weinig bezoekers. Maar als je denkt dat er helemaal niemand komt staan er plots wel bezoekers bij de molen. Ik vraag aan Jan of ik ze rond mag leiden en dit is akkoord. Ik neem de bezoekers mee de molen in nadat ik ze eerst wat verteld heb over de voet en standerd en over de trap met kruiwerk. Boven laat ik ze zien hoe we zouden kunnen malen en welke functie de regulateur heeft. Ook vertel ik ze hoe we met de bovenas de steen kunnen lichten als deze gescherpt zou moeten worden. Jan vult hier en daar aan waar ik nog niet voldoende info geef (weer een leermoment). Als ook deze bezoekers vertrokken zijn is het alweer 16.30 uur Tijd om af te zeilen en de molen weg te zetten.
Ik begin met het afzeilen en in tegenstelling tot de Nieuwe molen wordt hier met een willekeurig end begonnen. Ik rol het zeil op en klamp deze zoals dat bij alle oud Hollandse gebeurt. Dan haal ik het steekbord eruit, dit gaat zo ook bij de andere enden. Alleen het laatste steekbord kan blijven zitten. Jan haalt deze er alleen uit als het weer slechter wordt of meer gaat waaien. Hij woont vlak bij de molen en kan er dus snel zijn. Op de houten roede zijn bliksem afleiders gemonteerd dus ook hier wordt de bliksem afleider vastgezet. De roede wordt ook aan de ketting gelegd. De ketting wordt met een slot vast gemaakt. Dit doet men nog niet zolang , maar na controle werd het verplicht gemaakt, even als het vastmaken van de kruihaspel en het hek wat het weiland afsluit. Dan gaan we naar binnen waar de volgende beveiligingsmaatregelen worden genomen. Het Vangtouw wordt binnengehaald, er wordt een balkje onder de vangbalk gezet, wat dienst doet als kneppel. De pal wordt ingelaten, deze pal werkt vanaf de binnenkant en heeft geen kammen. Het is een balkje wat tegengesteld tussen de kammen valt. De steen wordt in het werk gezet en bijgezet. Nu kan men onmogelijk nog de molen in beweging krijgen. Het luiluik wordt gesloten en ook de windluikjes aan de zijkant van de kast worden gesloten. Er wordt gecontroleerd of de boel goed afgedekt is in verband met de aanwezigheid van vleermuizen, die in de molen wonen als er geen activiteiten zijn.
Dan kunnen we naar beneden waar we ook te toegangsdeur op slot doen en de molen verlaten. De afzetting rond het wiekenkruis blijft staan omdat er ook schapen en paarden in de wei staan. Dan komt er weer een eind aan een mooie draaidag.

Geen opmerkingen: