maandag 29 maart 2010

VOORJAARSEXCURSIE GRONINGEN EN OST-FRIESLAND

Zaterdag 27 maart 2010
07:00 uur: Vertrek Betuwe Express, Herveld
07:35 uur: Vertrek Carpool Apeldoorn-Voorst
09:10 uur: Standerdmolen Ter Haar Koren- en pelmolen 09:55 uur: Vertrek
10:25 uur: Spinnekop met Achtkante ondertoren, Wedderveer Zaagmolen
11:10 uur: Vertrek
12:30 uur: Zwillingsmuehlen Greetsiel Stellingkorenmolen en lunchadres 14:30 uur: Vertrek
14:45 uur: Doppelkolben wasserpumpenmühle, Wirdum (fotostop)
14:55 uur: Vertrek
15:15 uur: Wasserschöpfmühle Agnes und Fluttermühle, Südbrookmerland- Bedekaspel
16:10 uur: Vertrek
16:50 uur: Windmühle Logabirum, Leer-Logabirum Koren-, pel- en houtzaagmolen
17:35 uur: Vertrek
19:00 uur: Emsländer Landhaus-Brauerei Borchert, Lünne
20:15 uur: Vertrek
21:25 uur: Carpool Apeldoorn-Voorst
22:00 uur: Herveld

Foto’s van deze excursie staan op: http://picasaweb.google.nl/Nederlandse.molens/ExcursieGroningenMaart2010#

een voorbeeld staat hieronder:



Standaardmolen Ter Haar.
De Molen werd in Ter Haar gebouwd in de jaren 1831/'32. Hierbij werd gebruik gemaakt van de in 1831 voor 750 gulden door Freerk Harms Maarsing aangekochte standaardmolen van Bourtange. Volgens een gedegen historisch onderzoek, gedaan door mevrouw G.S.Koeman-Poel bestond de standerdmolen in Bourtange zeker al in 1619, want in die tijd tekende ingenieur Schooner een kaart van Bourtange met daarop de afbeelding van de standerdmolen op een van de bastions. De eerste vermelding is te vinden op een ongedateerde plattegrond van de vesting die bewaard worden in het Koninklijk Huisarchief. De bouwkenmerken van de kast, onder andere voorzien van enkelvoudige moerstijlen, wijzen op een hoge ouderdom. Het ging hier om een koren-pelmolen, wat in de provincie Groningen geen onbekende bedrijvigheid was. De gerst voor het pellen groeide op Westerwolde en de "gort" vormde in vroegere tijd een belangrijk onderdeel van het voedselpakket. Zowel als hoofdmaaltijd of verwerkt in de karnemelkse pap die als nagerecht werd opgediend.
Omstreeks 1927 hersteld door molemaker Schulte uit Ter Apel. In 1943 hersteld door molenmaker Chr. Bremer uit Adorp o.a. nieuwe houten as en een houten en ijzeren roeden (beide zelfs met stroomlijn stroomlijn). Bij een storm op 17 maart 1947 kwam de askop met roeden naar beneden. Deze schade werd in 1953 hersteld door Th. Bremer en Zn. voor f 6.000. Hersteld in 1963 door dezelfde molenmaker voor f 4.960 en in 1964 nogmaals voor f 7.159. De storm van 13 november 1972 veroorzaakte schade aan de molen, hersteld in 1974-1975 voor f 34.000 door molenmaker Bremer te Adorp. In 1986 geheel hersteld door fa. Bremer voor ca. f286.000. Deze molen beschikt sinds de restauratie van 1986 weer over een pelsteen. Deze steen afkomstig uit Burdaard (Frl.) en beschikbaar gesteld op voorwaarde dat die weer draaibaar werd gemaakt, anders moest f 500,- worden betaald! Lange tijd was dit de enige standaardmolen in het noorden van het land, tot in 1980 deze molen gezelschap kreeg van zijn replica, bij de aldaar uitgevoerde reconstructie van Bourtange (20 km verderop).

Eigenaren: Freerk Harms Maarsing, Geert Boels, Klaas Geers (lanbouwer te Roswinkel (gem. Emmen)) en sinds 1939 de gemeente Groningen. Molenaars Asse Nijboer, Johan Deiman, Heinrich Ludden, G Wever en nu A. Wever. Op 20 september 1939 werd de boerderij met de molen en 39 ha land gekocht door de gemeente Groningen voor f53.450, nadat het geheel door K.Geers uit Roswinkel te koop was aangeboden.

Spinnekop met achtkante ondertoren op schuur, Wedderveer
Het moet in het jaar 1936 geweest zijn, toen landbouwer/loonwerker Eiko Jan Feunekes uit Wedderveer molenarchitect Luitje Wiertsma, zoon van molenmaker Emo Luitje Wiertsma opdracht gaf een zaagmolen te ontwerpen. Feunekes bezat namelijk 10 hectare eikenbos waarvan hij het hout wilde gebruiken voor zijn landbouwbedrijf. Wiertsma ontwierp een "Hollandsche wipmolentje met stelling op een stenen schuur" De achtkantige bovenbouw werd uit hout geconstrueerd en werd voorzien van zinken platen. Een windroos zorgde voor de zelfkruiing. Het wiekenkruis bestond (en bestaat nog steeds) uit vier halve roeden die werden voorzien van kleppen. Her richtfeest vond plaats op 20 oktober 1937. De spinnekop werd afgebouwd in 1938 en werd uitgerust met een lintzaagmachine, een kolomboormachine en een houtdraaibank. Buiten stond een horizontaal werkende boomzaag die ook door riemen werd aangedreven. Feunekes heeft niet lang plezier gehad van z'n molen, want hij overleed in 1940. Daarna raakt het molentje in verval.

Gelet op het unieke karakter van het molentje werd het in 1990 tot rijksmonument verklaard. Mede daardoor kon subsidie worden verkregen en werd besloten de spinnekop te laten restaureren. De molen werd in de zomer van 1997 feestelijk in gebruik gesteld door wijlen de heer R. Lemminga destijds de oudste molenaar van Nederland. De spinnekop van Wedderveer is particulier bezit.

Zwillingsmühlen Greetsiel
Wanneer je Greetsiel nadert, dan zie je al van ver de twee windmolens staan. Deze worden "Zwillingsmühlen" (tweelingmolens) genoemd, omdat ze beide van hetzelfde type (achtkante stellingmolen) zijn en vlakbij elkaar staan aan het Greetsieler Sieltief.
De oostelijke molen (Schoors Mühle) werd in 1921 gebouwd, de westelijke (tegenwoordig verenigingseigen) molen al in 1856 gebouwd. Beide molens hadden voorgangers die door storm of brand vernield werden. Er zijn al minstens 300 jaar twee molens in Greetsiel.

Westliche Zwillingsmühle
In 1972 werd de westelijke molen door storm zo beschadigd, dat malen op windkracht niet meer mogelijk was. Nadat meester molenaar Lükko Schoof deze molen in 1975 aan de toenmalige provincie Norden verkocht had, werd deze in 1976-1977 omgebouwd tot theehuis en kunstgalerie. Na de oprichting van de vereniging tot instandhouding van de Greetsieler Zwillingsmühlen, werd de molen in 1990 door de provincie Aurich aan de vereniging overgedragen. Sinds 2004 zit er, na tussentijds gebruik als boekhandel, weer een theehuis op de begane grond en op de eerste verdieping zit een kunstgalerie waar wisselende tentoonstellingen gehouden worden.

Östliche Zwillingsmühle
Al in 1706 werd deze molen gebouwd. De huidige molen werd in 1921 op de oude onderbouw neergezet. Het achtkant werd samengesteld uit delen van de Aurichrer Wallmühle (stadswalmolen) uit 1750 en zelfs nu nog, ruim 250 jaar later, voldoet de constructie nog voor de volle 100%. In deze molen, welke middels een windroos op de wind gehouden wordt, zijn maal- en pelwerk (wind aangedreven) een motorkoppel, een hamermolen, tweemengmachines, twee luiwerken en een fijnmaalderij bestaande uit dubbele wassenstoelen en een plansichter te vinden. De molen is regelmatig in gebruik. In het pakhuis(voormalige korenschuur) bevinden zich naast de nieuwe molenwinkel, een molencafé. Hier kan men naast thee, koffie en gebak, ook van bier van het vat, lekkere kleine gerechten en natuurlijk de Östfriesischen pannenkoeken van zelfgemalen volkorenmeel, genieten. Hier zullen wij dan ook gebruik maken van de lunch oftewel het "Mühlenvesper".

Doppelkolben Wasserpumpenmühle, Wirdum,
De “Wirdumer Wasserpumpenmühle” behoort bij de boerenhoeve Drennhusen. Met deze molen werden voorheen veengebieden, weide- en akkervelden bemalen en voorts diende deze als scheepsmolen om bij zeilschepen het kielwater uit het ruim te pompen. Het grote voordeel van dit eenvoudige , maar vakkundig gebouwd molentype bij het malen van laaggelegen gebieden, zit hem in zijn geringe afmetingen en de daaraan verbonden gemakkelijk transporteerbaarheid van plek naar plek. Was het gebied, waar de pomp ingezet werd drooggemalen, dan werd deze gedemonteerd, op een paardenwagen geladen en naar een nieuwe werkplek getransporteerd. Dit kon door de hanteerbaarheid van de molen zeker in één dag gebeuren. Daardoor schijnt dit type molen in Noord Duitsland dan ook wijd verbreid te zijn geweest, ondanks dat de pompcapaciteit door de geringe afmetingen niet al te groot was. Het bijzondere in de Wirdumse pompmolen zit hem daarin, dat het enige bekend functionerende molen van dit type in Duitsland is. In 1872 werd de bouwvergunning voor de molen verleend, om ca 4 hectare land te bemalen. Als laatste werd de molen gebruikt voor de waterverzorging van vee in de wei en werd in 1919 stilgelegd.

Uitgediend en ongebruikt stond de molen ruim 60 jaar in het midden van een koeienwei tussen de hoeven Drennhusen en Soltenland langs de rijksweg van Marienhafe naar Wirdum. Pas in 1984 werd de Monumentenzorg van Nedersaksen op deze molenrariteit gewezen en werd deze op de monumentenlijst gezet zonder dat er in eerste instantie iets aan de redding en behoud van de molen gedaan werd. Begin april 1986 begonnen de gebroeders Torsten en Gundolf Scheweling, eigenaren en restaurateurs van de “Marienhafener Windmühle”, in naam van de molenvereniging vna Nedersaksen, met plannen om de molen te restaureren. Van 1987 tot 1989 werd de molen door de gemeente Wirdum gerestaureerd. De molen heeft totaalhoogte van 6,7 meter, de molenromp is 4 meter en het gevlucht 4 meter. De rechthoekige molenromp bestaat uit larikshout en heeft boven een gietijzeren as. Voor op de as zitten vier houten wieken, bestaande uit 8 smalle latten die op een dwars frame geschroefd zijn. Op de bovenas zitten verder een vlieg- en remwiel en twee excentrische gelagerde schijven waarmee de plunjerstangen heen en weer bewogen worden. Het zijn twee windgedreven plunjerpompen.

Wasserschöpfmühle Agnes und Fluttermühle, Bedekaspel.
De "Wasserschöpfmühle Agnes" is een kleine grondzeiler met vijzel welke tot 1920 als poldermolen voor het bemalen van laag gelegen veengebieden werd gebruikt. In het kader van een werkverschaffingsproject kon de molen in 1986 weer herbouwd worden. Tegenwoordig wordt de molen gebruikt om, in tegenstelling tot z'n oorspronkelijke functie, een 2 hectare groot vochtbiotoop te bevloeien (irrigeren).

Tijdens de wandeling door de vochtbiotoop zullen we ook een "Fluttermühle" passeren en dat is waar wij in ,Nederland een Tjasker onder verstaan.

Windmühle Logabirum
De "Windmühle Logabirum" is een achtkante stellingmolen uit 1895 en was tot 1975 vol in bedrijf als koren-, pel- en houtzaagmolen. De molen wordt middels een windroos op de wind gehouden en heeft een gevlucht met zelfzwichting en Busselneuzen. In 1995 werd een vereniging opgericht, om het verval van de molen te voorkomen. In de daarop volgende zeven jaar is de molen van buiten compleet gerestaureerd, waarbij de volgende werkzaamheden uitgevoerd zijn:
• de stelling vernieuwd
• het achtkant opnieuw met riet gedekt
• vernieuwen van de kap en het gevlucht
• omstellen van de aandrijving van de horizontaalzaag op wind

Door deze restauratie is de molen met twee maalkoppels, een pelkoppel en de zagerij weer compleet functionerend.
De zagerij kan zowel met een elektromotor als middels de wind aangedreven worden. Er moet dan wel een windkracht van minimaal 5 Bft staan. De zagerij komt ook in deze tijd nog steeds in bedrijf.

Na deze lange dag zijn we ook nog in de Emsländer Landhaus-Brauerei Borchert, Lunne geweest,
Hier werden we verwelkomd met een bierlikeur en een biertje, water of appelsap. De ene helft van de groep kreeg uitleg over het brouwproces terwijl de andere groep een goedgevulde kom bruine bonensoep kreeg met daarbij brood gebakken van bierbostel. Later werden de groepen gewisseld. Na afloop was er nog de gelegenheid om een fles bier of bierlikeur te kopen en mee te nemen.

Het is een heerlijk fris bier met een houdbaarheid van 2 weken. Er worden patrijen van 2000 liter gebrouwen, opslag capaciteit van 30.000 liter en een jaar opbrengst en omzet van 100.000 liter.
De bierlikeur wordt gemaakt uit bier met honing. Het recept blijft geheim.

Het was een lange maar plezierige dag voor 56 molenaars (leerlingen) uit Gelderland en 4 uit Utrecht.
We hebben weer veel nieuwe informatie kunnen vergaren, met name over de windroos kruiing die in Nederland alleen nog maar voorkomt op de molen van Nijeveen.

Geen opmerkingen: