maandag 24 mei 2010

Logboek molen Maallust te Amerongen (43)

Datum: 22 mei 2010
Molenaar(s): Hans Gijsbers – Ben Brinkman - Arie Kooijman
Leerling(en):
Bezoekers: Ca. 25 personen
Opmerkingen:
Het Weer
Temperatuur: Ca. 22 graden
Bewolking: Morgen: onbewolkt
Middag: licht bewolkt
Droog /regen: Gehele dag droog
Wind: De gehele dag Noord
Kracht: oplopend 2 tot 3 Bft.
Opmerkingen:
















Zaterdag overdag krijgen we opnieuw veel zon, maar wel moet eerst de aanwezige mist en lage bewolking oplossen. De maximumtemperatuur ligt tussen 17 graden in het noordelijk kustgebied en ongeveer 23 graden verder landinwaarts. Er staat een zwakke noordelijke wind.

Dag indeling
Draaien voor de prins: Ja
Zeilvoering: Alleen op de Busselneuzen. Nog geen zeil op de molen
Malen: Nee
Product: Nog geen maalkoppels
Hoeveelheid: - KG
Zeilvoering: -
Bijzonderheden: geen

Werkzaamheden
Op zaterdagen mogen we met de molen draaien tot de oplevering. Eerst hebben we het houten rollen kruiwerk gesmeerd met gesmolten reuzel. Hiervoor moeten in de kap alle roosterluiken worden verwijderd, om vervolgens de overring te smeren met een plamuurmes. De ruimte tussen de overring en de keerkuip is smal, je kunt er met een plamuurmes net bij. Vervelend wordt het als vogels een nest hebben proberen te bouwen op de zuidoost kant van de molen. Hiervoor moeten we nog een soort smalle tang zoeken of maken waarmee we de takjes kunnen pakken. Ditzelfde geld voor de ruimte tussen de kruirollen, ook hier kun je niet met de hand tussen. Normaal moet je ook de zijkant van de rollen wagen smeren, maar door een versmalling van de neuten in de keerkuip raakt de rollenwagen de keerkuip niet. Voor alle zekerheid moet we hier nog een lange platte spatel of kwast maken/ kopen om hier toch bij te kunnen. De kopse kanten van de rollen hebben we nog niet gesmeerd. Hier kun je erg moeilijk bij. Wellicht is het een oplossing deze een voor een naar de rollensluis te kruien en dan uitnemen en smeren.

Daarna hebben we deze zeilen gemeten volgens de juiste procedure.
De heklatten zitten op een afstand van 36 cm en er zitten 32 heklatten op de roede
De breedte tussen roede en achterzoom is onderaan 152 cm, in het midden 150 cm en bovenaan 148 cm
Welke maten heeft de zeilmaker nodig om een molenzeil te kunnen maken?

1. De lengte van het zeil gemeten langs het achterlijk; dit is de linker zijde van het molenzeil. Veelal zit de lange hals van het molenzeil op gelijke hoogte met het boveneinde van de voorzoom.
a. De lengte gemeten aan de achterlijkzijde is voor de buitenroede 10,99 meter en voor de binnenroede, omdat deze een dubbele wafel heeft 10,63 meter
2. Idem gemeten langs het voorlijk; dit is de rechter zijde van het zeil. Veelal eindigt het zeil aan de rechterzijde op de 3e heklat van boven.
a. De lengte aan het voorlijk is 10,63 meter, gemeten vanaf de derde heklat.
3. De breedte van het hek, gemeten tussen roede en achterzoomlat. Meet de breedte op tenminste drie hoogtes van het hek: onder, midden en boven.
a. De afstand onderaan is 152 cm, midden is 150 cm, en bovenaan is dit 148 cm.
4. De vorm die de bek moet hebben. Deze vorm is vaak streekeigen. Raadpleeg oude foto’s.
a. Volgens een foto van voor 1938, waar de kap nog opzit en de wieken voorzien zijn van halve zeilen lijkt de bek diep, maar als je de foto uit vergroot, blijkt dat de rechterbovenzijde begint bij de 4e heklat. Een flauwe bek naar de 3e heklat lijkt alles. Zie ook bijgesloten foto.
5. De afstand van de onderste heklat tot de onderste kikker en de afstand van de kikkers onderling (hart-op-hart).
a. De afstand vanaf de onderste heklat tot de eerste kikker is …… cm, de afstand (hart op hart ) tussen de kikkers is 50 cm.
6. Geef het aantal zwichtlijnen op. (Zaanstreek)
a. Aantal zwichtlijnen is 3
7. Geef aan of de molen zeilkettingen of schuiven voor de lange hals heeft.
a. De molen heeft zeilkettingen voor de lange hals
8. Geef aan hoeveel het zeil boven verjongt (= smaller wordt). Veelal verjongt een molenzeil naar de korte hals 5 centimeter, en naar de lange hals 25 centimeter. Bepalend hierbij is de afstand tussen zeilarm of –oog en de askop. Is deze afstand kleiner dan de breedte van het hek, dan dient de bek navenant smaller te zijn.
a. Verjonging kan nog niet opgeven worden omdat er nog geen zeilarmen op de roeden gemonteerd zijn.




Daarna hebben we de houders gemonteerd voor de vlaggenstokken. Hierbij hebben we direct een belangrijke conclusie getrokken: Als de molen op noordelijke richtingen draait moet de Blauwe wimpel aan de invaart bij het winkeltje geplaatst worden, als de molen op zuidelijke richtingen draait moet de Blauwe wimpel op de invaart aan de molen straat geplaatst worden. Als laatste hebben we alle verdiepingen geveegd en het hout weer bij elkaar verzameld.

Tussentijds hebben we meerdere keren het halslager en penlager gesmeerd, reuzel opgehangen om te laten besterven en de nodige bezoekers rondgeleid. Ook hebben we nog vastgesteld dat de schuiven op de beltdeuren nog verdiept geboord moeten worden met een boor van 20 mm (steen), daarna kan het hangslot wat eerst op de invaartdeur zat gebruikt worden om de deur waar het gevlucht draait af te sluiten. Op de deur aan de zuidkant is een gat in de pen geboord waar het slot in kan, aan de noordzijde is dit niet nodig, omdat als het gat diep genoeg geboord word gaat het slot door de oorspronkelijke gat in de schuifhouder en wordt de schuif geblokkeerd. Ook hebben we gemerkt dat de hekjes die nu voor de afzetting gebruikt worden bij veel wind omwaaien.

Verder moeten de remkleppen nog bijgesteld worden, wat we wel vaststellen is dat de rem kleppen niet tot de helft open kunnen. Max open is ca 60 graden. Ook de veerspanning op de remkleppen is slecht instelbaar. Gisteren hebben we een aantal keren pieken gehad van 4 BFT. De remkleppen gingen allemaal volledig open. De wind via de noordzijde is goed te noemen, andere wind

Geen opmerkingen: